Meesters van leerlingen, die op hun beurt weer meester waren van andere leerlingen en dat in de Venetiaanse school vanaf einde 16de eeuw t.t.z. aan de wieg van de barok. De grote renaissancevoorloper en -inspirator was Orlandus Lassus; alle facetten van de Venetiaanse componeerstijl zijn reeds bij hem aanwezig. De werken van Jacob Handl verraden al rechtstreekse invloeden. Met de komst van Adriaan Willaert als kapelmeester van de San Marco basiliek in Venetië is de directe lijn van meester-leerling definitief gezet: na hem kwamen de befaamde Andrea en Giovanni Gabrieli, Claudio Monteverdi en Heinrich Schütz. Schütz introduceerde deze magistrale koorstijl in Duitsland en bereidde zo de weg voor voor de werken van Johann Sebastian Bach, ruim een eeuw later. De voornaamste kenmerken zijn de veelstemmige werken (tot 2 en 3 koren in vierstemmige zetting), en de spezzati-techniek (het opstellen van deze groepen in de ruimte, vb. op verschillende doxalen) waardoor stereo-, echo- en andere klankeffecten ontstaan. Ook de introductie van meerdere instrumenten kende daar haar origine. Dit alles is te horen in de productie ‘Exaudi Deus’, waar we met soli, koor, koorgroepen en orkest een beeld proberen ophangen van deze fenomenale muziekpraktijk.